‘Geen enkele ouder op de wereld kan deze pijn dragen’

Op het terroristenproces in Antwerpen kwamen slechts 9 van de 46 beklaagden opdagen. De meerderheid van hen leeft nog altijd in Syrië, tot groot verdriet van hun familie die achterbleef. De achterblijvers voelen zich door de overheid in de steek gelaten. Ze klagen dat de politie hen meer tegenwerkt dan helpt, en dat ze alleen staan met hun verdriet. Om ook hun kant van het verhaal te tonen, namen ze contact op met UA-onderzoeker Montasser AlDe’emeh.

Umm Abu Muhajid (42) is de moeder van Syriëstrijder Abu Muhajid. Haar zoon sneuvelde vorig jaar in Syrië.

‘Tot enkele jaren geleden heeft mijn zoon nooit veel interesse getoond voor de islam. Hij is pas beginnen te praktiseren toen ik in 2009 van mijn man scheidde. Hij liet zijn baardje staan en ging regelmatig naar de Koepelmoskee in Borgerhout. Gaandeweg begon hij zich meer en meer in de islam te verdiepen.

Hij was gechoqueerd door het hoofddoekenverbod, het nikabverbod, het minarettenverbod. Hij zocht naar een antwoord op de vraag waarom moslims wereldwijd zo onrechtvaardig behandeld worden. Zo heeft hij Shariah4Belgium ontdekt.

Na verloop van tijd kon mijn zoon niet meer op straat lopen of hij werd opgepakt en voor een nacht in het cachot gegooid. De dag daarna meldden ze dan dat het ‘een misverstand’ was.

Mijn zoon voelde dat hij hier niet op zijn plaats zat, en besloot zijn broeders in Syrië te gaan helpen. Hij heeft me regelmatig gebeld, en maakte me telkens duidelijk dat dit zijn eigen keuze was. Dat niemand hem kon tegenhouden.

Tien maanden na zijn vertrek kreeg ik een telefoontje van mijn dochter om me te melden dat mijn zoon het martelaarschap heeft ontvangen. Mijn wereld stortte in. Ik had het nieuws nog maar net vernomen of ik kreeg de politie al over de vloer.

Abu Imran (Fouad Belkacem, nvdr) had een hechte band met ons gezin. Hij heeft niemand geronseld. De echte ronselaar is Filip Dewinter, die altijd verkondigde dat de moslims maar moesten vertrekken als ze het hier niet naar hun zin hadden.

Fatima’s zonen trokken de voorbije jaren naar Syrië. Een van hen strijdt er nog steeds voor de IS.

Een voor een zijn mijn zonen de voorbije jaren naar Syrië vertrokken. Mijn kreten om hulp werden op geen enkel moment gehoord. Elke keer ben ik op zoek gegaan naar hulp, maar de staat had er nooit oren naar. En nu het kalf verdronken is, willen alle media met me spreken.

De foto’s en de namen van mijn zonen staan open en bloot in de krant. Dat is voor ons hartverscheurend. Ik ben helemaal overstuur door hun vertrek. Het pad dat zij bewandelen, is een persoonlijke keuze waarvoor onze familie geen schuld treft. Hun vertrek is voor niemand zo pijnlijk als voor hun moeder. Ook ik heb recht op een privéleven.

Het is een moeizaam verwerkingsproces. Er is geen enkele ouder op de wereld die deze pijn kan dragen. Mijn leven bestaat tegenwoordig uit kalmerings- en slaappillen. Ik heb mijn zonen jaar en dag opgevoed, en nu zijn ze verdwenen.

Ik geloof niet dat ik hun vertrek ooit zal kunnen verwerken. Wanneer ik oud en ziek ben, zullen mijn zonen er niet zijn om mij te troosten of te omhelzen. De Belgische overheid heeft mij nooit één troostend woord aangeboden.’

Sara’s zoon strijdt momenteel bij de IS in Raqqa, in het noorden van Syrië.

‘Ik heb het gevoel dat niemand enig respect heeft voor ons verdriet. Het vertrek van onze kinderen is in de eerste plaats een verlies voor de ouders. Wij krijgen alle miserie over ons, alsof we bestraft worden voor de daden die anderen hebben begaan.

Onze zonen zijn naar Syrië vertrokken omdat ze hier op geen enkele manier gerespecteerd werden. Ze werden voortdurend geprovoceerd en gediscrimineerd. De overheid heeft nooit omgekeken naar mijn zoon, tot het te laat was.

Het is schandalig dat familieleden ongewild met naam en foto in alle kranten verschijnen. Ik heb geen privéleven meer. Ik kan niet meer denken aan de toekomst. Ik heb niets meer. Wij trachten ons verlies te verwerken en een plaats te geven, maar we krijgen daar door alle media-aandacht gewoon geen kans toe.’

Rim leeft al meer dan een jaar in Raqqa. Ze is er getrouwd met een IS-strijder.

‘Eigenlijk wil ik de Belgische overheid bedanken. De staat heeft ons aangespoord om naar Syrië te vertrekken. Met zijn hypocriete wetten heeft België ons een forse duw in de rug gegeven. Ik dank jullie voor de onderdrukking, die ons niet toeliet om ons geloof op de correcte manier te belijden. Wie wil werken om zijn brood te verdienen, moet zijn baard afscheren of haar sluier verwijderen. Moslima’s konden niet naar school gaan zonder hun hoofddoek af te doen. Zelfs met het halal slachten moest de regering zich bemoeien.

Jullie bepaalden wat wij moesten doen en wie wij moesten zijn. Wij kozen ervoor onze religie niet te verkopen. Wij hebben de onderdrukking achter ons gelaten om ons geloof op de correcte manier te praktiseren. In jullie samenleving tel je enkel mee als je geen moslim bent.’

Meriem vertrok een jaar geleden naar Syrië om er met een Belgische IS-strijder te trouwen.

‘Niemand heeft mij gehersenspoeld. Ik ben vertrokken zonder daar ooit met iemand van mijn familie over gesproken te hebben, omdat ze me nooit gesteund zouden hebben. Het was mijn eigen keuze. Ik weet dat ik het juiste heb verricht.

Ik ben naar Syrië vertrokken om de Hijra te verrichten en de Jihad te gaan voeren. Ik leef nu in de Levant, wat uiteindelijk uitgegroeid is tot een islamitische staat. Wij leven hier uit vrije wil, omdat we in België onderdrukt werden.

De wetten van België zijn onverzoenbaar met de wetten van Allah. Als je in België je geloof voor de volle honderd procent wilt praktiseren, maak je vijanden. Om een goed moslim te zijn, moet je wel emigreren naar een land waar de sharia wordt toegepast.

Jaren heb ik moeten toekijken hoe onze religie, mijn profeet en de Koran openlijk bespot werden. Dagelijks werd ons toegeroepen dat we ‘naar ons eigen land’ terug moesten. Terwijl ik hier geboren en getogen ben. België ís mijn land. Op een dag werd het me allemaal te veel. De roep van Allah werd met de dag duidelijker.

Ik hoor dat onze ouders en vooral Abu Imran zouden moeten opdraaien voor onze keuzes. Dat is een schande. Allah heeft ons geleid, niet Shariah4Belgium.’

Om hun privacy te garanderen, hebben de geïnterviewden in het artikel een schuilnaam gekregen.

Montasser AlDe’emeh ■

(Knack, Wo. 08 Okt. 2014, Pagina 38)

3 gedachtes over “‘Geen enkele ouder op de wereld kan deze pijn dragen’

  1. Hallo Montasser,

    Ik zag je gisteren in Brandpunt, op de nederlandse televisie en ik wil je bedanken voor dat wat je daarin gezegd hebt.
    Het is zo gemakkelijk om te veroordelen van dat wat niet begrepen wordt, zoals bijvoorbeeld terrorisme (zoals het genoemd wordt wanneer iemand voor andere idealen probeert te strijden.)
    Wanneer iemand zich echter loswurmt van het oordeel en probeert te begrijpen wat er nu daadwerkelijk gebeurd, ontstaat er een geheel ander beeld.
    Bedankt dat jijzelf de regie neemt om te bepalen wat is, door te onderzoeken, zonder dat het antwoord van goed of kwaad telt
    Het goede en kwade is alleen maar een weerspiegeling van elkaar in dat wat we aannemen in onze gedachten, met de woorden die we eraan geven. Veelal omdat we het als mens niet begrijpen.
    Wanneer iemand onderzoekt en wil begrijpen zal hij of zij, naar mijn idee, uiteindelijk tot de conclusie komen dat er slechts een “het is” bestaat en dat goed en kwaad berust op illusie.

    Ikzelf ‘geloof’ niet meer in deze wereld.
    Onder geloof versta ik dat er ook maar iets in staat is te veranderen wanneer wijzelf niets veranderen. de manier waarop ik tegen de wereld aankijk is alles logisch, wanneer ik de oorsprong van iets bij het ontstaan van de gedachte probeer te ontdekken.
    Niets wordt gedaan om de voedingsbodem van de gedachte aan te pakken en de mens reageert alleen maar op de realiteit door de mogelijkheden van de realiteit te benutten.
    Zonder te beseffen dat dit de voedingsbodem is van de gedachte.
    Geweld, dreigementen, sancties, alles wat in de realiteit maar mogelijk is vormt een voedingsbodem voor iets anders.
    Iedere afgeschoten kogel is een voedingsbodem om twee verzetsstrijders te genereren, waarbij het er uiteindelijk op neer komt dat iemand een innerlijke strijd voert, die alleen maar in staat is aan te wakkeren, wanneer diegene gehoorzaam is aan de mogelijkheden die de realiteit biedt, zoals ze in onze gedachten ontstaan.

    Voor mij gelden heel andere antwoorden om iets tegen te gaan of te bestrijden, namelijk door het veranderen van de realiteit. Maar ja hier kom ik aan iets heiligs van de mens, want daarmee kom ik in het gebied van dat waarin de mens geloofd.
    Dit geloof omvat niet de islam, nog het christendom, nog een andere religie maar de manier waarop wij denken te moeten leven.

    Een theorie, waar je misschien iets aan hebt, in zoals ikzelf de wereld begrijp:

    Begrippen waarin we geloven zijn, zoals ik het begrijp, een voedingsbodem, waarbij een gedachten zich in een gestructureerde wijze vormen.
    Bijvoorbeeld het begrip van bezit.
    In de Palestijns-Joodse kwestie gaat het vooral om het bezit van een gebied, iets wat zich ook afspeelt binnen de acties van de IS.
    Het begrip van bezit maakt dat je het tegen iets anders moet beschermen. Wanneer het van jou is, kan het niet van een ander zijn, wanneer het van een ander is kan het niet van jou zijn.
    Wanneer je iets wilt bezitten, zullen de gedachten zich op die manier structureren door in de realiteit de mogelijkheden te bedenken. In het uiterste, wanneer je niemand anders of niemand anders denkende duld, de optie om tot doden over te gaan.

    Hetzelfde geldt wanneer je niets bezit, maar het begrip bezit wel in de realiteit geldt.
    Het hebben van bezit wordt een natuurwet. Wanneer je geen bezit hebt, kun je niet deelnemen aan de samenleving en wordt je niet geaccepteerd op een manier waarin je kunt leven.
    Het begrip van bezit zal maken dat iedereen zijn bezit tegen jou zal beschermen en je zal verdrijven. Een enkeling zal je dulden en je helpen, maar slechts in die mate als zijn bezit het toestaat. Om toch te kunnen leven en ergens een plek te hebben, kan het tot de uiterste gedachte van het moeten doden leiden.

    Dat wat ik probeer te doen, als strijd tegen de realiteit, is me te ontbinden aan dat wat de realiteit biedt en me te houden aan de voorwaarden van de realiteit.
    Zo heb ik afstand genomen van het begrip bezit. De hele wereld is mijn bezit en ik hoef er alleen maar te zijn, zonder het voor mezelf te claimen.
    Ik ben niet bereid te werken voor geld.om ervoor te zorgen dat ik kan leven zoals ikzelf graag zou willen. Geld schept een hoop voorwaarden. Het creëert tevens arm en rijk, het verschil of dat iemand bepaalde rechten heeft dat te doen wat in de realiteit mogelijk is terwijl het werkelijke recht om te zijn, aan mij geschonken is door het leven.
    Deze interpretatie zou ik in religie vertalen naar dat God of Allah mij het recht op leven gegeven heeft en dat niets mij of een ander het recht zou mogen ontnemen om ten volle van het leven te kunnen genieten. Daarbij is het niet bedoeld als het persoonlijk opeisen van alle vrijheid om te kunnen zijn, maar als ontbinding van de voorwaarde van het zijn die, wanneer ik die volg, ik deze voorwaarde ook voor een ander laat gelden, terwijl wanneer ik deze afzweer, ik deze ook voor een ander afzweer.
    Niemand hoeft mij te betalen voor dat wat ik uit liefde kan geven.

    Als mens ben ik niet belangrijk, in die zin dat mijn besef dat mijn belang alles is, zonder mezelf daarin voorop te stellen. het welzijn van een ander heeft voor mij een hogere prioriteit, omdat een ander mijn realiteit vormt.
    Hoe ontstaat de voedingsbodem van die ander, en welke macht heb ik om die voedingsbodem te veranderen, dat is wat ik probeer te doen om te voorkomen dat mensen overgaan tot dingen die ik niet zou willen. Zoals bijvoorbeeld ergens voor strijden, waarbij ze hun idealen kunnen verwezenlijken. Waarbij het naar mijn idee gaat om een zekere vorm van vrijheid om te zijn en te kunnen zijn. Ik besef me dat het geen strijd is tegen mij, maar tegen dat wat als voorwaardelijk geldt voor hun idealen. Zo zijn die voorwaarden bedreigend voor mij, als mijn geldende voorwaarden bedreigend voor hen zijn.

    Ik hoop dat mijn “visie” een kleine bijdrage mag zijn in het begrijpen van “waarom”, zoals het voor mij als waarheid geldt.

    In Lack’ech,
    Bertus Boelman

  2. Geloof me er zijn wel mensen die het verdriet van de moeders, vaders, zusters, broers andere verwanten en vrienden aanvoelen. Tot mijn grote spijt kunnen ook wij de politici noch media ergens toe dwingen. Politici denken enkel aan eigenbelang en stemmen winnen. De media aan oplage en ander gewin. Het hartverscheurend verdriet van al die moeders die achter blijven is een verhaal dat misschien door te weinigen gehoord wilt worden, doch wij zijn er wel, helaas even machteloos als jullie. Aanvaard on/mijn nederig medeleven in Uw verdriet om jullie dierbare zonen, die zich helaas nergens welkom voelde door de straffeloos van opruiende uitspraken van ongure types zoals Philip De Winter en het nihilistisch beleid ten aanzien van migranten jongeren door onze politici. Onze welvaart maatschappij is helaas zeer onrechtvaardig en moet dit ook dringend inzien. Enkel door de migranten jongeren een echt thuisland te bieden kan er iets veranderen. Deze jongeren nog meer opjagen is tegen de haren in strijken. Zorgen dat ook zij werk vinden en welkom zijn als medemens tussen ons allen kan soelaas brengen. Er moet hoog dringen erg veel aangepakt en veranderd worden. Moge Allah en Uw familie U troost bieden.
    Froidmont Lucien.

Plaats een reactie